Basislijn
Een denkbeeldige horizontale rechte lijn waar de onderkant van een tekstregel op rust. In het opmaakprogramma Adobe InDesign kun je de optie ‘Uitlijnen op raster’ kiezen. Dat betekent dat je in de opmaak alle test uit verschillende kolommen op dezelfde basislijn kunt laten rusten. Dit creëert rust op de pagina.

Beamer
Een projector die door een computer gestuurd wordt. Bijvoorbeeld om een presentatie zoals prezi of powerpoint mee te tonen.

Beeldmerk
Er wordt een symbool bedacht dat kenmerkend is voor het bedrijf. Het symbool en de naam van het bedrijf vormen samen het logo. Soms is het beeldmerk zo bekend, dat je het herkent zonder naam. Denk daarbij aan de ‘swoosh’ van Nike.

Bindwijze
De manier waarop meerdere drukvellen afgewerkt worden tot eindproduct. Voorbeelden van bindwijzen zijn: genaaid gebonden, garenloos gebonden, genaaid gebrocheerd, garenloos gebrocheerd, geniet gebrocheerd. Een andere manier van afwerken is door gebruik te maken van verschillende vouwwijzen.

Bitmap
Een rasterafbeelding. Een digitale afbeelding waarbij in elke pixel een kleur is vastgesteld. Het nadeel van een bitmap is dat bij het vergroten de afzonderlijke pixels zichtbaar worden. Bij het vergroten moet je dus goed rekening houden met de resolutie. De tegenhanger van een bitmap is de vectorafbeelding. Deze kun je wel extreem vergroten.

Bladspiegel
Het gedeelte van een pagina dat bedrukt is.

Bovenkastletter
Een hoofdletter; eerste letter van een nieuwe zin. Deze is groter en anders van vorm dan een onderkastletter.

Browser
Een computerprogramma die het mogelijk maakt om websites te bekijken.

Byte
Een eenheid voor hoeveelheid digitale informatie. Samentrekking van de woorden by en eight. Acht bits die samen een karakter representeren in digitale informatie. Zo heb je bijvoorbeeld megabyte, kilobyte en gigabyte.

Plaats een reactie